Wednesday, November 23, 2011

Visiedocument WMO / WNS

Geld maakt toch niet gelukkig?
Door: Jonathan van Hout
Geschreven op 24 mei 2011

Het sociaal en cultureel werk is een apart apparaat, het kost relatief weinig geld, vergeleken met bijvoorbeeld defensie, maar mensen worden er wel beter van, blijkt uit een onderzoek van het bureau SEO Economisch Onderzoek. Er wordt bezuinigd op het werk, onlangs werd bekend gemaakt dat er in mijn eigen Son en Breugel 30.000euro bezuinigd moet worden op het subsidiestelsel. Vervolgens wordt er geklaagd door de mensen uit de sector, zo ook bij de LEVgroep, de welzijnsorganisatie van Son en daarna kunnen er weer nieuwe regels, taken en banen opgesteld worden, zoals de combinatiefunctionaris. Deze ‘vernieuwingen’ hebben altijd al plaats gevonden en mogen iedere keer iets minder kosten. Dit heeft altijd goed gewerkt, er zijn vreemdelingen ingeburgerd, vrouwen zijn tegenwoordig geëmancipeerd en ook wordt er minder moeilijk gedaan over iemands huidskleur. Iedereen doet mee. De maatschappij, dat ben jij. Het sociaal culturele werk krijgt nu een nieuwe uitdaging; ze mogen ‘de participatietruc’ uit gaan halen met mensen met een beperking. De nieuwe opdracht is hetzelfde als altijd; er is een nieuwe doelgroep, er mogen nieuwe activiteiten worden verzonnen volgens de laatste maatschappelijke trends en er is weer minder subsidie. Deze keer is de denkwijze alleen anders; Er worden geen forse subsidies uitgekeerd, want mensen hebben geen geld nodig, maar hulp van hun naasten. Het sociaal en cultureel werk is beheerst dit trucje prima, dus gaat dat met behulp van vrijwilligers nu ook weer lukken, dat heeft de overheid bedacht, dat is ‘Welzijn nieuwe stijl’. Bovendien bespaart de regering een hoop geld, want de mensen hebben geen geld meer nodig, maar elkaar! Immers, geld maakt toch niet gelukkig?

De participatietruc
De regering wil twee dingen; dat alle mensen een fijn en gelukkig leven kunnen leiden en dat er genoeg geld is. Kortom, het fijn en gelukkig leven mag dus niets kosten. Dit is niet altijd zo geweest. Vanaf het eerste volkshuis in Amsterdam (‘Ons Huis’, geopend in 1892) zijn er politiek gezien voor-, maar ook tegenstanders van het sociale en culturele werk in Nederland. In de tijd van de industrialisatie waren er vooral voorstanders van het werk en zag men dit als een kans om te investeren in de levenskwaliteit van de arbeidsklasse en de werklozen. Na de tweede wereldoorlog werd de nadruk op opbouwwerk gelegd. In de jaren ’60 ontstond het idee van participatie, waarin iedereen gelijk was en iedereen mocht meedoen: vrouwen, ouderen, jongeren, mensen met een andere religieuze of etnische achtergrond, zelfs huidskleur was minder belangrijk geworden. De participatietruc is geboren en het sociaal cultureel werk is er goed in. Iedereen mag meedoen in deze maatschappij. Dit ‘welzijnsministerie’ bleef aan tot in de begin jaren ’80.
Vanaf het kabinet Lubbers (1982) en de bijbehorende decentralisatie moeten de gemeentes zelf alles regelen; het sociaal culturele en welzijnswerk is zweverig en kost te veel geld, vindt het kabinet Lubbers II en er komt een stelselherziening in de sociale zekerheid. De rijkssubsidies worden gestopt en er zijn alleen nog gemeentelijke en provinciale subsidies ter beschikking. Het sociaal en cultureel werk moet telkens weer creatiever omgaan met de subsidies; de participatietruc wordt steeds moeilijker gemaakt. Tegenwoordig moet er meer dan ooit gevochten worden voor een subsidie; er moeten aanvragen gedaan worden voor elke doelgroep of activiteit apart. De participatietruc lijkt nog wel altijd te lukken; er bestaat ook nog altijd jongerenwerk, ouderenwerk en zorg voor specifieke doelgroepen zoals het Sinti-werk.

Wmo?
Nu, met de Wmo, mag de participatie truc toegepast gaan worden op de beperkten van deze samenleving, de gehandicapten. De sociaal culturele sector kan toch wel samenwerken met de zorg en welzijn sector? Het is zeker een interessante uitdaging, het nader bekijken van de zaak ook. Een korte uitleg over de zorg en welzijn sector; zij bestaat naast de Wmo nog uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Wmo is gemaakt vanuit andere; de Welzijnswet 1994, de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en onderdelen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) (via: invoeringwmo.nl). De Wmo is bedoeld voor alle mensen in de Nederlandse samenleving met beperkingen. Dit kan door ouderdom of een handicap of een chronisch psychisch probleem. Zij regelt voorzieningen, hulp en ondersteuning. De wet is er ook voor de mensen die hier de zorgtaak op zich nemen; de mantelzorgers en vrijwilligers. Zij worden gestimuleerd door de overheid. Zij subsidiëren activiteiten die de onderlinge betrokkenheid vergroten in buurten en wijken. De uitvoering van deze wet ligt bij de gemeente, zij zijn verantwoordelijk voor de coördinatie en aansturing van de regelgeving. De Wmo is ontworpen in 2006 en ingevoerd in 2007. De Wmo zorgt er dus voor dat iedereen kan meedoen met de maatschappij. Participatie is het sleutelwoord bij de Wmo.
Zo is het cirkeltje dus weer rond; de Wmo zorgt ervoor dat de zorg en welzijn sector op de sociale tour gaat. Met de kennis en vaardigheden van het sociaal en cultureel werk worden er oplossingen geboden binnen de zorg en welzijn. Het hoeft allemaal geen geld te kosten. Of dat allemaal gaat werken is maar de vraag. Maar, als je het niet probeert, weet je het ook niet!

Beleid maken..!
Zodoende is de Wmo de introductie voor ‘Welzijn nieuwe stijl’. Beter gezegd; Welzijn nieuwe stijl is de richtlijn voor de uitvoering van de Wmo. In 2007 zijn gemeentes aan de gang gegaan met het vormgeven van de uitvoering van de wet, maar medio 2010 was nog niet elke gemeente even ver. In tegendeel, meer dan de helft van de gemeentes had nog geen concrete plannen uitgezet. Een voorbeeld is de ‘Plan van aanpak Verbetering uitvoering Wmo’ van de gemeente Alkmaar. Hierin beschrijven zij onder andere dat er te kort geschoten wordt in de communicatie naar buiten;
‘De locatie van WWZ-wijzer is toegankelijk, echter nog te weinig burgers weten nog de weg te vinden naar WWZ-Wijzer.’
Het lijkt erop dat niet iedereen het idee achter de Wmo begrijpt, of het moeilijk vinden deze te vertalen naar de uitvoering. Welzijn nieuwe stijl is dus het antwoord voor de beleidsmakers. De oplossing voor het probleem in Alkmaar is een website bouwen. Er worden op dit moment door het hele land diverse websites ontwikkeld om de burgers te bereiken en te informeren over de Wmo, zoals bijvoorbeeld de digitale WWZ-Wijzer in Alkmaar.
Ook in mijn eigen dorp Son en Breugel wordt er gewerkt aan betere communicatie richting de burger, zo wordt er een CJG-website ontwikkeld en een website voor jongeren met vragen voor de gemeente, bijvoorbeeld jonge mantelzorgers, het zogenaamde ‘sebwep’.

Zo zou je kunnen zeggen dat digitalisering ook een beleidsmatige ontwikkeling is; je ziet overal dat gemeentes bezig zijn met websites maken. Hier hebben we alweer een onderdeel voor de participatie truc van het sociaal en culturele werk. Het past bij het imago van bijvoorbeeld het CJG; een website is altijd en overal bereikbaar voor vragen over en aan de gemeente. De meeste informatie die je nodig hebt is altijd bereikbaar en toegankelijk op het web. Gemeentes willen professionele websites, voor de gehele maatschappij bereikbaar en efficiënt in de informatieverstrekking. Dit sluit ook aan op het Welzijn nieuwe stijl. Wordt het welzijnsleven dan helemaal overgenomen door de sociaal culturele sector? Laten we eens goed kijken naar het fenomeen van die ‘Welzijn nieuwe stijl’.

De 3 belangrijkste elementen die benoemd worden in Welzijn nieuwe stijl zijn gemeenschappelijker werken, professioneler en effectiever, en efficiënter op macroniveau.
Omdat de gemeentes in eerste instantie geen panklare ideeën hadden voor de uitvoering van de Wmo, geeft Welzijn nieuwe stijl handvatten voor die uitvoering.
- Om gemeenschappelijker te werken moet er een maatschappelijke agenda worden gemaakt. Deze zou moeten worden opgesteld door maatschappelijke instellingen en het lokale bestuur. Op basis van de ‘Bakens welzijn nieuwe stijl’ kan er dan beleid gemaakt worden en kunnen er activiteiten georganiseerd worden.
- Om de professionaliteit en effectiviteit te verbeteren moet de communicatie tussen gemeentes en welzijn beter worden, stelt de Welzijn nieuwe stijl. Dit sluit aan op de huidige trend van duurzaamheid. De nieuwe doelstellingen moeten op basis van resultaten gemaakt worden, zo heb je dus mooie activiteiten die ook effectief zijn en resultaten op de lange termijn boeken, duurzaamheid dus. Hierin mag de gemeente zijn visie geven en aan de welzijnsinstellingen is het de taak om de wensen van de burgers te polsen. Zo vergroot je de kans op positieve maatschappelijke effecten.
- Om efficiënter te werken op macroniveau stuurt Welzijn Nieuwe Stijl aan op collectieve arrangementen van aanbieders van maatschappelijke ondersteuning (vrijwilligers, mantelzorgers) en aanbieders van zorg. Vrijwilligers moeten bijvoorbeeld professionele ondersteuning, aanmoediging of aansturing krijgen van welzijnsorganisaties. Het idee is dat er zo dure voorzieningen worden vermeden omdat er wordt gekeken naar efficiënte ondersteuning in de sociale kringen van degene die hulp nodig heeft.
Door Welzijn nieuwe stijl is het welzijnswerk er tegenwoordig op gericht om mensen sterker te maken in hun eigen handelen en het inzetten van hun sociale omgeving. Zo wordt de individualisering tegengegaan, die zich sinds enkele decennia ook in ons land steeds sterker maakt, met alle voor- en nadelen van dien. Er is door de individualisering bijvoorbeeld een afname ontstaan van de sociale cohesie en zijn er tegenwoordig minder leden bij politieke partijen, ontwikkelingsorganisaties, muziekverenigingen en sportverenigingen. Door Welzijn nieuwe stijl wordt de individualisering tegengegaan en mensen met een beperking kunnen weer meedoen met de maatschappij. Een hartstikke mooi idee als je het mij vraagt.

Een voorbeeld is een MS-patiënt die voorheen ‘dure zorg’ kreeg in de professionele huishoudelijke hulp (denk aan poetshulp), die nu tegen een kleinere vergoeding hulp kan krijgen van een buurvrouw. Deze buurvrouw haalt de MS-patiënt uit het sociale isolement; Hij of zij heeft weer contact met de buurt en versterkt zijn of haar sociale kringen. Op langere termijn (duurzaam effect) kan dit participatie betekenen, zoals bijvoorbeeld lid worden bij een buurthuis of een sportclub. Zo wordt er ‘slim bezuinigd’ (zie http://www.nu.nl/geldzaken/2529653/zorgvergoeding-300000-mensen-verdwijnt.html).

En CMV dan?
De CMV’er is in mijn ogen het brein van de sociaal culturele sector. Met de ontwikkeling van Welzijn nieuwe stijl heb ik het idee dat CMV zoals ik het ken op deze manier steeds meer richting de zorg en welzijn geduwd wordt. Aan de ene kant is dat prima; er is nieuwe werkvoorziening en de vaardigheden en kennis van de CMV’er kunnen prima ingezet worden in deze sector; een CMV’er laat mensen verbinding leggen met anderen, kan met de doelgroep nieuwe netwerken opbouwen, ze werkt aan de intrinsieke motivatie van mensen zodat ze zelfredzamer worden, enzovoorts (gebaseerd op het cmv in veelvoud 2.0)…
Maar of dit aan de andere kant dan ook echt de taken worden in de uitvoering betwijfel ik. Ik denk dat de CMV’er in de praktijk, wanneer ze de participatie truc via Wmo uit mogen voeren, meer achter het bureau zit dan dat ze contact hebben met de doelgroep. Er wordt meer geregeld voor de doelgroep dan in samenwerking mét de doelgroep. Dat zou jammer zijn voor het klassieke CMV beeld; er komen zo dus steeds meer bestuurlijke functies voor de CMV’ers, en steeds minder uitvoerende rollen. Misschien betekent dat wel dat er meer geld is voor de CMV’er, maar het typerende CMV werk verdwijnt er wel mee. De uitvoering zal meer gedaan worden door vrijwilligers, of (hopelijk voor ze, de-) MBO-geschoolde collega’s. Het romantische beeld van de klassieke geitenwollen sokken CMV’er dreigt voorgoed te verdwijnen. Naar mijn idee maakt de toekomstige CMV’er geen poppetjes meer van sprokkelhout, maar websites met polls en forums. Misschien dat we wel kunnen stellen dat de CMV’er die ik voor ogen heb over 20 jaar wel netjes in pak naar zijn werk komt en zich met sociale zaken bezig houdt.

Geen geitenwollen sokken
Ik neem mijn voorbeeld van hiervoor nog eventjes terug; de CMV’er die in pak naar het werk gaat. Op dit moment, mei 2011, hebben we een wethouder in Son en Breugel die, naar zijn functie dit verlangd, altijd keurig in pak op het gemeentehuis verschijnt. Geen CMV werk als je het mij vraagt. Na zijn overleggen trekt hij echter de wijk in. Hij gaat niet leuk staan doen bij het koffie apparaat, of met zijn stoere sportauto rijden. Hij fietst naar het jongerencentrum. Dat idee vind ik dus perfect; zo zou mijn ideaal er ook uitzien. Je kan van alles regelen voor een bepaalde doelgroep en tegelijkertijd ‘off the record’ contact met ze onderhouden. Daar hoef je geen registratieformulieren voor in te vullen, je bent namelijk zelf degene die er actie op kan ondernemen. Voor een individu, maar ook voor een gehele groep met een hulpvraag. Weten wat er speelt onder de mensen. Dat is het belangrijkste wat er is. Contact houden met ze.
Dat kan ik ook. En dat hoeft niet met geitenwollen sokken. Dit sluit aan op baken 3 van Welzijn nieuwe stijl; direct erop af. Wat het sociaal werk is dit natuurlijk een ideaal voorbeeld van ‘outreachend werken’.

De gehandicapten in mijn toekomst
Ik heb hiermee het Wmo idee van de gehandicapten, of de beperkten al losgelaten. In mijn ogen ‘horen zij er namelijk ook gewoon bij’, vandaar dat ik die al niet meer noem. Ik benoem de gehele maatschappij en wil deze benaderen volgens het idee van Welzijn nieuwe stijl. Daar horen de ‘beperkte mensen’ ook bij. Ik ben opgegroeid met een vader met MS en vind dat iedereen mee mag doen. Ook gehandicapten. Al vind ik gehandicapten al een moeilijk woord en laadt beperkte mensen ook niet de gehele dekking. In Duitsland zeggen ze ‘behinderten’. Gehinderden, zouden wij dan kunnen zeggen. Dat maakt de situatie voor mensen die ‘niet gehinderd’ zijn al makkelijker te accepteren. Er is je namelijk ooit iets vervelends overkomen waardoor je gehinderd wordt in je dagelijkse leven. Dat neemt je persoonlijke kunnen van je af, maar niet je persoonlijke ‘zijn’. Participeren in de maatschappij zou voor deze mensen dus ook geen uitdaging moeten zijn, maar ‘gewoon’. In de praktijk is dat niet zo en daar wil ik iets aan doen.
Wat betekent dat voor mijn toekomst? Dat ik ook wethouder wil worden zoals de goede man in mijn voorbeeld? Dat zou kunnen. Ik heb allerlei ambities. Ik weet wel dat ik niet kan beginnen als wethouder, dus moet ik de lat iets lager leggen en een specifiekere keuze maken, waarin ik nog wel vrijheid heb om mijn kwaliteiten te tonen en er kan zijn voor de gehele bevolking. Wat CMV betreft komt het wel goed in de komende 10 jaar; juist omdat de markt zo lijkt te verschuiven. Zo lang CMV flexibel en vooruitstrevend blijft, is er werk genoeg.

Bronnen
- http://www.zorgwelzijn.nl/web/Actueel/Nieuws/Jet-Bussemaker-Beloon-welzijnswerk-voor-de-kosten-die-het-helpt-voorkomen.htm Nieuwsbericht; Jet Bussemaker: ‘Beloon welzijnswerk voor de kosten die het helpt voorkomen’ 3 juni

- http://www.ed.nl/regio/eindhovenregio/7724458/Maatschappelijk-dividend-halen-uit-subsidie.ece Nieuwsbericht ‘Maatschappelijk dividend halen uit subsidie’ 3 juni

- http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g0caq30l Informatie over Kabinet Lubbers II; Stelselherziening in de sociale zekerheid. 3 juni.

- http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo/wat-biedt-de-wmo Wat is de Wmo? 18 mei 2011

- http://www.invoeringwmo.nl Wat is de Wmo? 18 mei 2011

- http://www.sonenbreugel.nl/index.php?mediumid=10&pagid=808&stukid=23107 19 mei 2011 nieuwsbericht over nieuwe CJG website in Son en Breugel, aansluitend op de Wmo en Welzijn nieuwe stijl.

- http://www.alkmaar.nl/gemeente/webcms/site/gemeente/bestuur/com/samenl/2009/files/p_ 28441.pdf 30 mei 2011 Een .pdf bestand van de gemeente Alkmaar, ‘Plan van aanpak Verbetering uitvoering Wmo’

- www.wwz-wijzer.nl/ 30 mei 2011 Digitale plek voor ‘mensen met vragen’ gemaakt voor de burgers in Alkmaar

- www.regelhulp.nl 30 mei 2011 Wegwijzer van de overheid naar zorg en ondersteuning

- www.sebwep.nl 18 mei 2011 Website voor jongeren in Son en Breugel

- http://www.scp.nl/dsresource?objectid=20887&type=org 30 mei 2011 Individualisering en sociale integratie, een stuk van het sociaal en cultureel planbureau in Den Haag, uit 2004. De voor en nadelen van individualisering.

- http://www.invoeringwmo.nl/onderwerpen/bakens-welzijn-nieuwe-stijl 31 mei 2011 De Bakens van welzijn nieuwe stijl

- http://www.nu.nl/geldzaken/2529653/zorgvergoeding-300000-mensen-verdwijnt.html Nieuwsbericht 3 juni. Zorgvergoeding 300.000 mensen verdwijnt.

- http://www.adviesorgaan-rmo.nl/publicaties/essays/2011/1644/ Jos van de Lans 2011, ter inspiratie.

- http://www.josvdlans.nl/ de Blog van Jos van de Lans 2011, ter inspiratie.

- ‘CMV in veelvoud, Trendstudies bij Alert en Ondernemend 2.0’, Nico de Boer, 2010. tweede druk, ISBN 978-90-8850-044-2.

No comments: